Vorig jaar ‘vierde’ ik mijn 20-jarige diabetesverjaardag, vandaag mag ik daar weer een jaartje bij optellen en heb ik precies 21 jaar diabetes type 1. Een chronische ziekte vieren klinkt misschien een beetje raar, want natuurlijk ben ik helemaal niet blij met deze rotziekte waar altijd rekening mee gehouden moet worden. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week. Maar ik ben wel trots op hoe ik me daar de afgelopen eenentwintig jaar doorheen heb geslagen, dus daar mag best even bij stilgestaan worden.
Eenentwintig jaar geleden..
Een week voor mijn dertiende verjaardag werd bij mij de diagnose diabetes type 1 gesteld (over ongeluksgetal gesproken). Het klinkt heel cliché, maar ik herinner me het nog als de dag van gisteren. Om de haverklap had ik vroeger blaasontsteking en kreeg daar dan antibiotica voor, ook plaste ik op twaalfjarige leeftijd nog wel eens in bed en ik dronk ook wel aardig veel (mierzoete yoghi zelfs). Omdat de blaasontstekingen aan bleven houden en mijn moeder in een foldertje had gelezen dat bedplassen door diabetes kon komen, vond de huisarts het niet verkeerd om toch even langs te komen.
Nietsvermoedend en in de veronderstelling dat ik weer getest werd op blaasontsteking, ging ik diezelfde dag met mijn moeder naar de huisarts. Mijn bloedsuiker werd geprikt en mijn glucosewaarde bleek dermate hoog dat de huisarts gelijk het ziekenhuis inlichtte. Heel veel twijfel was er ook niet meer: diabetes type 1. Achteraf hadden we dat aan de hoeveelheden die ik dronk ook al wel kunnen zien. Maar hoe (geobsedeerd) alert ik tegenwoordig ben op het drinkpatroon van Dex en Odin, zo weinig wisten we destijds over de symptomen van diabetes type 1. Tot die bewuste dag, 23 januari 1998.
Leren omgaan met diabetes
Opeens vielen aan de ene kant alle spreekwoordelijke puzzelstukjes op hun plaats en stortte aan de andere kant mijn hele wereld in. Ik mocht thuis nog even wat spullen gaan halen voor in het ziekenhuis en ben met mijn moeder nog even snel bij mijn opa en oma binnengelopen om te vertellen wat er aan de hand was, om me daarna te melden op de kinderafdeling. In de daaropvolgende dagen leerde ik bloed prikken in mijn vingers, kwam er een diabetesverpleegkundige langs en een diëtiste en kreeg ik oneindig veel informatie te verwerken.
Ook moest ik gelijk insuline gaan spuiten, maar ik mocht wel eerst oefenen op een sinaasappel. Het doorprikken van de schil van een sinaasappel lijkt blijkbaar het meeste op het injecteren van je huid. Qua structuur misschien (al had ik op 12-jarige leeftijd uiteraard geen sinaasappelhuid), maar ik denk dat iedereen 1000 keer liever een sinaasappel als dartbord gebruikt dan zijn eigen been of buik. Ik weet ook nog dat mijn ouders het ook bij zichzelf mochten proberen zodat ze wisten hoe dat voelt en dat mijn moeder daar ook heel veel moeite mee had.
Diabetes accepteren
Het voelde allemaal zo onwerkelijk in die eerste week in het ziekenhuis en eigenlijk ook in die maanden daarna. Ik prikte, spoot, at en controleerde zonder me echt te realiseren wat diabetes type 1 inhield. Wel herinnerde ik me tijdens mijn ziekenhuisopname nog heel goed dat ik in groep 7 zat, een klasgenootje dat jaar diabetes kreeg en ik toen dacht: als ik dát allemaal dagelijks zou moeten doen, dan hoeft het van mij allemaal niet meer, dat zou ik echt nooit kunnen. Daar heb ik toen nog vaak aan teruggedacht, dat zij dat misschien ook wel dacht van te voren, maar dat je gewoon geen keuze hebt en het gewoon doet. Op de automatische piloot. Want anders ga je dood.
Totdat het moment komt dat je van de automatische piloot afgaat en je jezelf in paniek realiseert: ik heb diabetes type 1 en daar kom ik NOOIT meer vanaf. Dat moment komt niet meteen, dat kan maanden of zelfs jaaaren duren. Maar ik weet van mezelf en uit mijn omgeving dat dat verpletterende besef ooit gaat komen. En dat dat ook het moment is dat je moet gaan leren om deze chronische ziekte te accepteren. Bij mij heeft het erg lang geduurd voordat ik überhaupt besefte dat ik mijn diabetes type 1 nooit had geaccepteerd en nog veel langer voordat me dat uiteindelijk wel lukte.
Diabetesverjaardag
En voor je het weet ben je eenentwintig jaar verder. Eenentwintig jaar waarin ik veel (hele) diepe dalen heb gekend maar waarin ik ook op verschillende vlakken sterker ben geworden en de positieve kant van mijn diabetes heb omarmd. Dus fijne diabetesverjaardag voor mij! Niet dat ik het dit jaar echt ‘vier’, vorig jaar deed ik dat wel en plaatste ik onderstaand bericht op mijn Facebook.
Vandaag is het een jubileum dat niet echt om een feestje vraagt maar ik toch wel even bij stil sta: Vandaag heb ik precies 20 jaar Diabetes!
Dat staat gelijk aan zo ongeveer 60.000 vingerprikken en over de 3.000 geplaatste insuline infusen. Ook houd ik al 7.300 dagen bij hoeveel koolhydraten er zitten in elke hap die ik eet en geef hiervoor al ruim 1000 weken meerdere keren per dag de juiste hoeveelheid insuline.
Hierbij houd ik ook bij alles wat ik eet of doe rekening factoren als ziekte, stress, lichaamsbeweging, menstruatiecyclus, autorijden, zon/hitte, of voeding een hoge of lage glycemische waarde heeft, of mijn suiker op dat moment al te hoog of te laag is, hoe actief ik nog ga zijn, et cetera.
Volgende week is ook mijn verjaardag en laat ik vanwege mijn 20 jarig jubileum een hele mooie taart vol snoep en zoetigheid maken. ❤
Jouw ‘diabetesverjaardag’
Heb jij ook een jubileum of bepaalde dag die niet per se positief is of reden voor een feestje, maar waar je wel jaarlijks even bij stil wilt staan? Of vind je stiekem het raar dat ik mijn diabetesverjaardag herdenk/vier?
Lees ook: Een dag met diabetes type 1 – De positieve kant van diabetes type 1
2 reacties
Wat mooi dat je jouw diabetes zo kunt omarmen en dat je dat viert. Het lijkt me echt heel heftig.
Ik vind het super om te zien dat je het toch wilt ‘vieren’. Het helpt vast ook therapeutisch om het op te schrijven en je hebt je zeker goed door je diabetes weten te slaan.